‘Steeds weer een nieuwe minister – dat vraagt veel van de ambtelijke organisatie’
De politieke situatie in Den Haag is opnieuw uitzonderlijk: een kabinet dat al demissionair was en daarna nogmaals valt. Voor de rijksambtenaren levert dit vooral onzekerheid op, zegt Ernst-Jan van Broeckhuijsen, voorzitter van vakbondskoepel CMHF Overheid, in een recent interview.
Stug doorwerken, maar ook vertraging
In de uitvoering – bijvoorbeeld bij organisaties als DJI, IND en COA – gaat het werk onverminderd door. Toch is er een duidelijke impact op de plannenmakerij. Beleidsontwikkeling en het indienen van wetsvoorstellen lopen vertraging op. Bepaalde dossiers worden doorgeschoven, wat flexibiliteit vraagt van ambtenaren die soms al jarenlang werken aan beleidstrajecten. Dat kan tot frustratie leiden.
Cao-onderhandelingen onder druk
Een belangrijk punt van zorg is de nieuwe cao voor rijksambtenaren, die per 1 januari moet ingaan. Voor de start van serieuze onderhandelingen is een ingewerkte en betrokken minister nodig. Zolang een nieuw kabinet op zich laat wachten, bestaat de kans dat ambtenaren langer onder de huidige cao moeten blijven werken, terwijl kosten en inflatie oplopen.
Afhankelijk van politieke dynamiek
Hoe groot de gevolgen precies zullen zijn, hangt sterk af van de duur van de kabinetsformatie en de koers die nieuwe bewindspersonen kiezen. Voor de ambtelijke organisatie betekent elke nieuwe minister bovendien een nieuwe periode van inwerken en aanpassen, wat capaciteit en energie vraagt.
Het volledige interview met Ernst-Jan van Broeckhuijsen, waarin hij dieper ingaat op de gevolgen van de politieke impasse voor rijksambtenaren, is hier te lezen.